Reading Score Earn Points & Engage
Non Fiction

VOOR NEDERLANDSTALIGE BELGEN: Simpele Manier om geen fouten meer te maken tegen de DT Regels bij het gebruik van Werkwoorden.

VOOR NEDERLANDSTALIGE BELGEN: Simpele Manier om geen fouten meer te maken tegen de DT regels bij gebruik van werkwoorden.

Mar 9, 2025  |   2 min read
VOOR NEDERLANDSTALIGE BELGEN: Simpele Manier om geen fouten meer te maken tegen de DT Regels bij het gebruik van Werkwoorden.
0
0
Share
Indien U problemen hebt met de DT regels, zowel in de Tegenwoordige en de Verleden Tijd, ziehier de Simpele Manier om altijd alles correct te schrijven:

TEGENWOORDIGE TIJD:

Onthoud dat ALLEEN de IK-VORM en de JE of JIJ-VORM (achter het werkwoord!), altijd met D is!

Bijvoorbeeld: ik zend, zend je of zend jij?

Staat het werkwoord achter JE of JIJ: altijd DT.

Bijvoorbeeld: je zendt, jij zendt.

In alle andere gevallen: DT.

Bijvoorbeeld: hij zendt, wordt het kind...?

VERLEDEN TIJD:

ALTIJD alleen D.

Bijvoorbeeld: hij zond, zond de man...?

In andere gevallen: ALTIJD de IK-VORM (van in de tegenwoordige tijd) + DE of TE.

Bijvoorbeeld: zij antwoordde (ik-vorm tegenwoordige tijd: antwoord + de), speelde het kind? (ik-vorm tegenwoordige tijd: speel + de), de vrouw richtte (ik-vorm tegenwoordige tijd: richt + te).

SUCCES!

Please rate my story

Start Discussion

0/500